Deze namiddag werd in het Vlaamse parlement de winkelnota besproken, waarmee de Vlaamse regering clusters van baanwinkels wil beperken. LDD kant zich tegen het al te regulerende karakter van deze winkelnota, onderstreept dat de detailhandel een compromis is tussen de kern en de periferie, en vraagt dat de overheid stopt met het verkeer uit de stadskernen weg te pesten.
In haar winkelnota neemt de Vlaamse regering twee soorten maatregelen. Enerzijds ruimtelijk sturende maatregelen en anderzijds economisch sturende maatregelen. Beide categorieën van maatregelen zijn volgens LDD echter een stap te ver. De ruimtelijk sturende maatregelen zijn te regulerend. Zo wil de Vlaamse regering de locaties bepalen waar winkels zich wel en niet meer mogen vestigen evenals wat winkels wel en niet meer mogen verkopen. De economisch sturende maatregelen, met uitzondering van de vrijstelling van onroerende voorheffing, vormen dan weer een verder zetting van het flankerende beleid dat deze Vlaamse regering reeds geruime tijd voert. Nochtans kondigde minister-president Kris Peeters in zijn Septemberverklaring aan dat de Vlaamse regering de regelneverij in sterke mate wil indammen.
Ivan Sabbe (LDD), Vlaams volksvertegenwoordiger: "Heel Vlaanderen zit te wachten op die administratieve vereenvoudiging. Maar ik maak me echt zorgen, want bij een eerste proef, met name de winkelnota, vervalt de overheid al meteen in haar oude regelneverijverslaving. Enerzijds opteren voor een administratieve vereenvoudiging, maar anderzijds via de winkelnota de gemeenten laten bepalen welk assortiment de winkels in bepaalde gebieden mogen aanbieden, valt moeilijk met elkaar te rijmen."
De winkelnota gaat ervan uit dat grootschalige kleinhandel in de periferie een afname van de economische activiteit in de binnenstad tot gevolg heeft. Volgens LDD zijn het echter andere redenen die de afname van economische activiteit in de binnenstad veroorzaken. Wij denken bijvoorbeeld aan de files die de stadskernen doen dichtslibben, het gebrek aan (betaalbare) parkeerplaatsen, wegenwerken, de beperkte bereikbaarheid van stadskernen, en de inconsistentie tussen winkel- en mobiliteitsbeleid. LDD is er daarom van overtuigd dat voor een bloeiende detailhandel in de stads- en dorpskernen voldaan moet zijn aan drie voorwaarden: (1) er moet voldoende parkeergelegenheid zijn, (2) stadskernen moeten vlot bereikbaar zijn, en (3) de toegankelijkheid van die stadskernen moet verzekerd zijn.
Ivan Sabbe: "Momenteel is aan die voorwaarden niet voldaan. Al het verkeer wordt systematisch uit de kernen geweerd door een veelheid aan 'zones 30', de aanleg van verkeersdrempels, het acuut tekort aan parkeermogelijkheden, enzovoort. Handel in de kernen is te verkeersintensief en vraagt veel plaats om alle goederen tot in het centrum te brengen. Daardoor ben je dus automatisch aangewezen op de periferie. De detailhandel moet dan ook een compromis zijn tussen de kern en de periferie, en er moet dus gekeken worden naar wat waar het beste wordt ingepland. Om dat compromis te bereiken moet de overheid wel eerst stoppen met het verkeer uit de stadskernen weg te pesten in plaats van weer bijkomende regulering in het leven te roepen."